Wet goed verhuurderschap

De Wet goed verhuurderschap bepaalt dat vanaf 1 juli a.s. iedere verhuurder bij het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst deze schriftelijk moet vast te leggen.  Dit biedt meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor de huurder en maakt handhaving voor gemeenten eenvoudiger.  Op het niet voldoen aan deze verplichting staan hoge bestuurlijke boetes.

Vanaf 1 juli a.s. moet de verhuurder de huurder informeren over regels rondom servicekosten uit het Burgerlijk Wetboek en deze regels ook toepassen in de praktijk.  De Wet goed verhuurderschap biedt de gemeenten de bevoegdheid om hierop te handhaven.

Vanaf 1 juli a.s. mogen op basis van de Wet goed verhuurderschap bij beëindiging van de huurovereenkomst de volgende kosten verrekend worden met de waarborgsom - schade aan de huurwoning waarvoor de huurder aansprakelijk is; - de nog door huurder de verschuldigde huurprijs, servicekosten of energieprestatievergoeding.

De Wet goed verhuurderschap die op 1 juli a.s. inwerking zal treden bevat ook regels omtrent de terugbetaling van de waarborgsom bij het beëindiging van een huurovereenkomst. 1. De verhuurder moet de waarborgsom binnen veertien dagen na beëindiging van de huurovereenkomst, tenzij: a. sprake is van schade als bedoeld in artikel 218, in welk geval de verhuurder binnen dertig dagen na beëindiging van de huurovereenkomst het restant van de waarborgsom, na verrekening van aantoonbaar gemaakte kosten strekkende tot het herstel van de schade, restitueert; b. de huurder de verschuldigde huurprijs, bedoeld in artikel 237 lid 2, servicekosten, bedoeld in artikel 237 lid 3 of energieprestatievergoeding, bedoeld in artikel 237 lid 4 nog niet heeft voldaan, in welk geval de verhuurder binnen dertig dagen na beëindiging van de huurovereenkomst het restant van de waarborgsom, na verrekening met deze nog door de huurder verschuldigde kosten, restitueert. 2. De verhuurder stelt de huurder schriftelijk ...

De Wet goed verhuurderschap verbiedt het om bij de verhuur van een woning een waarborgsom te vragen die hoger is dan tweemaal de (kale) huurprijs.  Indien een verhuurder toch een hogere waarborgsom vraagt, kan de huurder die meteen terugvorderen via de kantonrechter. Daarnaast riskeert de verhuurder een boete die kan oplopen tot € 22.500 en wordt hij op de openbare lijst van malafide verhuurders geplaatst.

Op basis van de Wet goed verhuurderschap die op 1 juli a.s. van kracht wordt, is iedere vorm van intimidatie van huurders verboden!  Een klacht of conflict los je niet op met intimidatie en bedreiging, maar luisteren naar de huurder.  Neem de tijd en luister wat het werkelijke probleem van de huurder is.  Als je als verhuurder het probleem zelf niet kan oplossen, leg dat dan uit en biedt de huurder een alternatieve oplossing door hem door te verwijzen naar iemand die hem wel kan helpen. Intimidatie hoort niet thuis in de volkshuisvesting en maakt de problemen alleen maar erger!

De Wet goed verhuurderschap geeft de gemeente de mogelijkheid om zware boetes op te leggen indien verhuurders of verhuurbemiddelaars ongerechtvaardigd onderscheid maken.  Discriminatie hoort niet thuis bij de volkshuisvesting in Nederland. Iedereen verdient een eerlijke kans op een woning!

Indien een verhuurbemiddelaar dubbele bemiddelingskosten in rekening brengt kan hem hiervoor een boete van 22.500 euro worden opgelegd.  Dat bepaalt de Wet goed verhuurderschap die binnenkort in werking treedt.  Daarnaast kan de huurder het ten onrechte betaalde bedrag terugvorderen.

De Wet goed verhuurderschap verplicht alle gemeente in Nederland om een gemeentelijk meldpunt in te richten.  Bij dit meldpunt kunnen woningzoekenden, huurders, arbeidsmigranten en andere belanghebbenden terecht met vragen en klachten over de huur van woonruimte.  Het doel van het meldpunt is de melders te informeren en door te verwijzen naar de bevoegd instanties.  Maar deze meldingen zullen ook gebruikt worden in het kader van het toezicht en de handhaving op de regels uit de Wet goed verhuurderschap. Daarnaast kunnen huurders die geconfronteerd worden met ongewenst gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars altijd een handhavingsverzoek indienen bij de gemeente of bij het meldpunt. In dat geval moet de gemeente actie ondernemen.

  Op basis van de Wet goed verhuurderschap heeft de gemeenteraad de bevoegdheid om een vergunningplicht in te stellen in buurten waar dit nodig is voor het behoud van de leefbaarheid.  Aan zo een vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden: - bij zelfstandige woonruimte die valt in het gereguleerde segment mag de huurprijs niet hoger zijn dan het bedrag dat overeenkomt met het aantal punten van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel; - de wijze waarop de verhuurder aantoont hoe hij invulling geeft aan de regels van goed verhuurderschap; - het opstellen en uitvoeren van een onderhoudsplan. Het is eenieder verboden om zonder deze vergunning een woonruimte te verhuren in een zo een door de gemeente aangewezen gebied.

In de Wet goed verhuurderschap krijgt de gemeenteraad de mogelijkheid om een verhuurvergunning in te stellen voor de verhuurhuur van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten.  De volgende voorwaarden kunnen worden verbonden aan deze vergunning: - de verhuurder moet aantonen hoe hij invulling geeft aan goed verhuurderschap; - voorzien in een afzonderlijk afsluitbare verblijfsruimte per arbeidsmigrant; - voorzien in voldoende voorzieningen voor het bewaren en bereiden van voeding, wasruimte en doucheruimte; - indien de verblijfruimte een zelfstandige gereguleerde woonruimte betreft, mag de maximale huurprijs niet hoger zijn dan het bedrag dat staat voor het aantal punten van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel; - het opstellen en uitvoeren van een onderhoudsplan. Op deze wijze wordt voorzien in regels voor humane en betaalbare verblijfruimten voor arbeidsmigranten waardoor de gezondheid en veiligheid gegarandeerd wordt. 

De gemeente is bevoegd tot handhaving van zowel de landelijke regels als de vergunningsplicht uit de Wet goed verhuurderschap. De gemeente kan handhaven door een verhuurder of verhuurbemiddelaar een waarschuwing te geven, zodat hij alsnog zijn gedrag aanpast. Ook kan de gemeente ervoor kiezen om een herstelsanctie (last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) op te leggen. Verder kan de gemeenten een bestuurlijke boete opleggen. Die boete bedraagt bij een eerste overtreding 22.500 euro en bij een tweede boete 90.000 euro. Als ultimum remedium kan de gemeente het pand inbeheernemen, waarbij de verhuurder opdraait voor alle kosten (beheervergoeding, kosten voor aanbrengen van noodzakelijke voorzieningen, ...).

Huurders en woningzoekenden van woningen die kunnen aantonen dat hun verhuurder of verhuurbemiddelaar zich niet houdt aan de regels van de Wet goed verhuurderschap, kunnen vanaf 1 juli a.s. een handhavingsverzoek indienen bij hun gemeente. In beginsel moet de gemeente dan een besluit nemen of zij overgaat tot handhaving. Indien de gemeenten niet optreedt kan de klager daartegen bezwaar en beroep instellen. De Wet goed verhuurderschap kan echt een verschil maken en een hopelijk zal er daardoor snel einde komen aan de praktijken van malafide verhuurders!

88DEB29B841FCFE70E5F324DB6883465 Webinar Wet goed verhuurderschap voor gemeenten: https://youtu.be/HqoTbK4CpfQ Webinar Wet goed verhuurderschap voor verhuurders: https://youtu.be/DW0uD4n7mVk